Citroen
Alles wissen

Tweedehands Citroen kopen?

Tweedehands auto of bestelwagen van Citroën kopen

Nadat vanaf 1885 door Duitse industriële uitvinders als Daimler, Benz en Maybach de eerste echte auto's werden ontworpen, stortten zich al gauw meer ondernemers op deze nieuwe en opkomende business. In de navolgende dertig jaar zou het aanvankelijk zeldzame luxeartikel steeds aantrekkelijker voor de minder rijke burger worden. Kort na de Eerste Wereldoorlog stapte André Citroën over van het produceren van munitie op de fabricage van auto's. In 1919 was zijn fabriek de eerste om een auto geassembleerd met behulp van een lopende band te introduceren. Dit was de Type A, waarvan er tot eind 1921 zo'n 24.000 werden gemaakt. De oprichter van het automerk had overigens connecties met ons land: zijn vader was de Nederlandse diamantair Levie Citroen, die in 1873 naar Parijs was verhuisd.

Sneller en efficiënter

Dankzij wagens die als oersterk te boek stonden, kreeg Citroën al snel een goede naam. Een groot marketingbudget, opvallende reclames en de sponsoring van expedities in Afrika speelden daar ook een rol in. Klassieke wagens van het merk zijn de B2 (1921-1926) en zijn vervanger de B12 (1925-1927), die beide een topsnelheid van rond de 72 kilometer per uur konden behalen. Wijzigingen in de cilinderinhoud van de motor zorgden ervoor dat de auto's van het merk enkele jaren later al bijna anderhalf maal zo snel konden rijden. Dankzij een cilinderinhoud van 2442 cc bereikte de in oktober 1928 gepresenteerde C6 een maximum van 105 kilometer per uur. De 1628 cc-C4 was minder snel, maar ging decennialang mee. Een andere revolutionaire ontwikkeling was in 1934 de introductie van voorwielaandrijving in plaats van achterwielaandrijving.

Van lelijke Eend naar wonderschone Snoek

Na de Tweede Wereldoorlog kwam Citroën met de karakteristieke 2CV, ook wel Eend genoemd. Het opvallende model werd ontwikkeld als betrouwbare, goedkope en zuinige auto voor het Franse platteland. De 2CV was 1952 ook in Nederland verkrijgbaar. Uiteindelijk bleef de Eend tot 1990 in productie en zijn er wereldwijd ruim vier miljoen exemplaren van verkocht. In 1954 kon het automerk een nieuwe uitvinding op zijn conto schrijven. Dat jaar werd het zelfregulerende hydropneumatische veersysteem in de wielophanging gepresenteerd. Vanaf die tijd werd autorijden door een betere wegligging een stuk comfortabeler. Het systeem werd onder meer toegepast bij de Citroën DS of Snoek, die tot 1975 zou worden geproduceerd.

Comeback na faillissement

De oliecrisis van 1973 was er de oorzaak van dat het merk failliet ging en fuseerde met Peugeot. Het eigen imago bleef echter behouden, zoals bleek uit de ruime BX en de zuinige AX die in de jaren 80 uitkwamen. Het volgende decennium stond in het teken van de Xantia-middenklasser, de Saxo-hatchback en de Berlingo-bestelauto. In de 21ste eeuw grepen de ontwerpers qua naamgeving terug op de modellen van zeventig jaar eerder. Vanaf 2002 werden vooruitstrevende wagens als de Citroën C3, de C4, de C5, de DS3 en de elektrische C-Zero uitgebracht. Daarnaast richtte het bedrijf zich op de Nemo en andere kleine bestelauto's.